HET SPENEN – HET BEGIN VAN DE GOEDE GEWOONTESHet spenen is een belangrijk hoofdstuk in de groeiperiode van de pup. Indien met een minimum aan behendigheid en de hulp van de moderne voedingsmethodes, de fokker deze mijlpaal probleemloos voor zijn pups moet omzeilen, moet hij er voor zorgen dat deze de basis tot een goede voedingsopleiding krijgen.
De éérste vraag die gesteld wordt betreffende het spenen is “wanneer er mee beginnen”. Inderdaad, vanaf het moment waarop men de pups begint te voeden, veroorzaken we op heel korte tijd het droogvallen van de moeder, wat het risico op ondervoeding en stilstand van het groeiproces kan teweeg brengen, indien het speenvoedsel op het gepaste moment en behoorlijk de moedermelk niet optimaal vervangt.
Sommigen raden aan de pups zolang mogelijk bij de moeder te laten zodat zij maximaal van haar melk kunnen genieten, soms zelfs tot de zevende of achtste week. Deze oplossing is slechts geldig voor kleine rassen, met een beperkt aantal pups en waarvan de groei snel geschiedt.
Nochtans, de natuur leert dat het spenen vroeg kan gebeuren : vanaf de derde of vierde week. Op deze leeftijd interesseren de pups zich nauwkeurig aan hetgeen de moeder in haar muil kan hebben en tal van hen rispen hun voorverteerde eten op ten behoeve van hun kleintjes. Het dagelijks wegen toont ook een mindere gewichtstoename op dat moment.
Het spenen moet vlug gebeuren – de melkproductie bij de teef gaat heel snel verminderen – maar toch heel progressief zijn om zo stress en diarree te voorkomen.
Hoe beginnen : te dien einde zal men de pup aangepaste melk laten oplikken, daarna één maaltijd per dag aanbieden en al vlug drie maaltijden per dag met een papje – hetzij in de handel verkrijgbare kant en klare voeding hetzij een zelf bereid papje gemaakt van instant moedermelk met daarin aangepaste droogvoeding. Zodra de pups dit papje vlot eten zullen wij het hen vier tot zes maal per dag voorschotelen.
Ter verduidelijking, het oplikinstinct is bij de pup aangeboren, het gestuntel van de eerste pogingen is snel vergeten, we moeten hem juist de nieuwe smaak van de voeding leren kennen, het imiteren van de moeder vergemakkelijkt overigens vele zaken.
Op zes à zeven weken moet het spenen gedaan zijn. We mogen nu overschakelen op een droge voeding met een hoog proteïne gehalte vb. speciale puppybrokjes. Groeiachterstand en diarree zullen voortaan tot het verleden behoren.
HET BEGIN VAN DE VOEDINGSCONDITIONERINGHet is op het moment van het spenen (en de eerst volgende weken) dat de pup leert de voorkeur te geven aan een bepaalde voeding boven een ander, zijn portie op een bepaalde manier op te eten, kortom, het is daar dat de hond zijn voedingsopleiding krijgt.
De pup die tijdens die periode uitsluitend met één bepaalde soort eten gevoed wordt zal later altijd een voorkeur voor dit eten blijven houden boven alle andere eten at hij, hoe aangepast en smakelijk de andere voeding ook mag wezen, hardnekkig zal blijven weigeren. Het is dus noodzakelijk de pup te wennen aan een voeding die hem zijn hele leven zal kunnen blijven volgen.
Het aanbieden van een droogvoeding in vrij gebruik, hetzij in voortdurend ter beschikking stellen van de pups is aantrekkelijk. Men heeft opgemerkt dat een hond die gewoon is aan een voeding in “zelfbediening” gemakkelijker in staat is zijn verbruik te regelen. Het spreekt vanzelf dat de zelfbediening enkel kan gelden met complete droogvoeding, die niet bederft, die de hond de mogelijkheid niet geeft om zijn brokken te kiezen en dus geen overvoeding beïnvloed.
Met een rationeel geleid spenen volgens de moderne voedingsmethodes, zal de toekomstige eigenaar alzo een jonge hond hebben die geen enkel probleem zal vertonen.